Een dag de baas
Als u ons de komende dagen iets te melden hebt, doe het dan per mail. Want ouderwetse post kunnen we even niet ontvangen: onze brievenbus is op oudjaarsdag vakkundig opgeblazen. Heeft iemand ons iets willen vertellen? Of is die strijker zomaar in onze brievenbus gegooid omdat onze groene brievenbus een onbewaakte groene brievenbus was? We gaan uit van het laatste; voor klachten hebben we immers de rubriek ingezonden brieven. Ongetwijfeld heeft onze bus de aandacht getrokken van een van die groepjes jongens - meisjes zie je het hoogstzelden doen - die op oudjaarsdag groepsgewijs door de straten zwerven, op zoek naar putdeksels, prullenbakken, brievenbussen, verkeersborden en... andere groepjes. Op 31 december zijn zij de baas op straat. Verstandige volwassenen houden zich die dag schuil achter de gordijnen of doen, als ze toch de straat op moeten, alsof ze de vuurwerkvandalen niet zien en horen. Want wie hun aandacht trekt, is reddeloos verloren. Dan ga je dansend de straat over, als een bandiet in het schootsveld van Lucky Luke. Ik verschuil me ook. Als de blaas van mijn hond op springen staat, sluip ik de achterdeur uit en trek het beestje snel mee naar de eerste de beste struik. En dan als een haas weer naar binnen. Ooit was ik een held. Toen ik het geknal achter de tuinschutting beu was, liep ik mopperend op het groepje jongens af. Ik heb het geweten. Het groepje trommelde vervolgens alle andere groepjes uit de wijk op. Het regende rotjes en strijkers die dag. Ik heb dágen geraapt en geveegd in de tuin en waagde me zelfs met de hond niet naar buiten. Het werd dus dweilen.
Schoolpleinijs
Schaatsen doen we ook al niet meer zoals vroeger. We doen het op kunstijs, midden in het dorp, onder het dak van een botsautotent. Nog niet afhaken alstublieft. Want dit wordt niet weer zo'n stukkie over dat vroeger alles beter was. Aan het ijsplezier van vandaag de dag is namelijk alles beter. Om te beginnen moesten wij als kinderen altijd wachten. Niet alleen op de vorst, want dat is niet anders geworden. Maar wel op Moeder Maas. Die moest eerst in een nukkige bui verkeren en haar halsstarrige lendenen uitstrekken over de weilanden langs de Maas. Pas als haar water de uiterwaarden blank had gezet én het gevroren had, pas dán mochten wij schaatsen. Mocht je eens door het ijs zakken - dat kwam regelmatig voor - dan viel de schade mee. Want diep was het nooit. Hooguit met natte voeten naar huis. Op zolder stond de schaatsstoel. Een soort slee met schaatsijzers eronder en een hoge leuning. Daar moesten we achteraan hangen en zo leerden wij schaatsen. Iedereen lachte om dat vooroorlogse ding. Meester Wijdeven van de vijfde klas had eens medelijden met ons. Toen de Maas binnenboord bleef en het stevig vroor, spoot hij het schoolplein nat. In het speelkwartier mochten we glijen. Al in mijn eerste baantje kwam ik verkeerd terecht: onaangename kennismaking van kinderhoofd en schoolpleinijs. 'Zware hersenschudding' zei dokter Korte. 'Twee weken plat en binnenblijven.' Toen trad de Maas toch nog buiten haar oevers. En de kerstvakantie begon. Niemand kwam op bezoek. Iedereen ging schaatsen. En ik lag plat.
Goed nieuws uit Den Bosch
Goed nieuws uit Den Bosch! Milieugedeputeerde Onno Hoes wil voorzitter van de VVD worden, zo zei hij gisteren. En als hij het wordt, dan houdt-ie zijn post in het provinciebestuur gewoon aan. Het zinkende schip van de liberalen redden - daar komt dat voorzitterschap in feite toch op neer - gaat Onno er, onbetaald, bij doen. Da's heerlijk nieuws voor Brabant. Want er is maar één conclusie mogelijk: als de gedeputeerde van milieu tijd heeft om er zo'n belangrijke functie bij te doen, dan is de gedeputeerde van milieu een heel eind klaar met zijn job. Het gaat goed met het Brabantse milieu. Bravo! Heeft-ie toch snel gefikst, die dekselse Onno. Tegelijkertijd laat ook de commissaris van de koningin weten dat de verveling toeslaat achter de Bossche dikke deur. Hanja Maij-Weggen meldde zich deze week voor haar dertiende bijbaantje. Nee, nee, geen tikfout. Dertiende. Mevrouw de commissaris wil voorzitter worden van een lobbyclub die de banden tussen Brabantse en Chinese bedrijven gaat aanhalen. Het siert de commissaris dat ze zo bescheiden is. Dat ze niet te koop loopt met het feit dat ze in en om het provinciehuis alles zo goed geregeld heeft dat ze haar baan, bestuurder van een van de grootste provincies van het land, inmiddels in deeltijd kan vervullen. Hanja de Kanjer. Haar dertiende bijbaantje kost, zo verwacht ze, hooguit een middag of een avond per maand. Plus een paar weken voor het verplichte jaarlijkse reisje naar China. Dat heeft ze er toch maar mooi voor over, voor het Brabantse bedrijfsleven. Maar goed dat we haar voor haar deeltijdbaan als commissaris een fulltime salaris blijven betalen.
Wij willen ook een trein
Ik heb er zó naar uitgekeken. Naar de dag dat Veolia bekend zou maken welke namen er op haar nieuwe treinen gaan prijken. Wat een sof. Dat de Limburgse gedeputeerde die verantwoordelijk is voor het debacle van de geprivatiseerde Maaslijn, Math Vestjens, een trein naar zich genoemd ziet worden, is nog tot daar aan toe. Het is een leuk cadeautje van Veolia aan de man die het stotterende treinbedrijf zo lang de hand boven het hoofd hield. Een heel praktische afleidingsmanoeuvre. De reizigers die een jaar lang uren in de kou hebben gestaan en aansluitingen hebben gemist door de trage Wadlopers, zullen hun rotte tomaten en graffitispuitbussen nu met alle plezier op één speciale trein richten. Blijven de andere Zwitserse paradepaardjes mooi buiten schot. Dat het treinbedrijf bij het kiezen van de namen echter volledig voorbij is gegaan aan het mooie stukje Brabant waar ze tientallen keren per dag doorheen schuiven, dát steekt. Dat het rijtje vooral namen van Limburgers bevat, daar kan ik inkomen. Want de Maaslijn ligt grotendeels in Limburg. Nijmegen, begin- en eindstation, heeft wel twee namen in de wacht gesleept: middeleeuwse Mariken en martelaar Titus Brandsma. Maar wij Land van Cuijkenaren, die zich elke dag gedwee in de al volle treinen persen, vissen achter het net. Alsof wij geen beroemdheden hebben voortgebracht. Alsof niemand ooit van Sylvia Millecam heeft gehoord. Een sof is het. En ik protesteer. Ik laat elke trein aan me voorbijgaan zolang er geen Land van Cuijkenaar bij zit. Alleen de Jack Poels, daar wil ik nog wel in stappen. Omdat-ie met Rowwen Hèze zo trouw is aan de Sambeekse Lindefeesten.