Cross
De geur van olie. De kluiten die je om de oren vliegen. De modder waarin je voeten wegzakken. De walm van patat. De Brabantse tongval in vele variaties. De vrouwen op tuinstoeltjes bij de caravan. De zoontjes van acht die bijna omvallen als ze de helm van papa even op mogen zetten. Leer dat blinkt in de zon. Maar bovenal: het geluid. Sommige mensen houden niet van motorcross. Vooral vanwege dat geluid. En als je ergens een hekel aan hebt, mag je dat overlast noemen. Prompt komt de overheid met decibelnormen om die overlast te beteugelen. Sport doet me niets, maar voor die kleurige bromvliegen die over de schans vliegen, heb ik een zwak. Al zul je me zelden aantreffen op het circuit. Ik heb het niet nodig. Als ik mijn raam openzet en het nijvere bijenvolk in de verte hoor zoemen, dan daalt er zacht een wolk van tevredenheid over me heen. Dan komt de geur van olie als vanzelf terug. Het bijenvolk klinkt steeds minder vaak. Anti-crosssers winnen terrein en de overheid trekt de teugels aan. De Boxmeerse club heeft van de week een wedstrijd af moeten gelasten omdat ze de geluidsmetingen niet kunnen betalen. Elke club kampt met hetzelfde probleem: de mooi aangelegde terreintjes mogen niet gebruikt worden, zelfs niet voor een of twee wedstrijden per jaar. Dat het tot gevolg heeft dat de stoere jongens op zondagmorgen hun toevlucht nemen tot de paadjes in het bos, dat wordt maar even over het hoofd gezien. Als het crossgeluid straks voor eeuwig is gedempt, resteert alleen nog de herrie van het jaarlijkse gehandicaptenkonvooi. Maar dat zal ik wel geen overlast mogen noemen.
De Gelderlander, 6 september 2007
0 reacties:
Een reactie posten
Aanmelden bij Reacties posten [Atom]
<< Homepage